Avondmaalsbriefjes en patronage


Een paar lijnen aan elkaar geknoopt…

Bij het vak Ancien Régime ging een hoofdstuk over patronagestelsels.
Bij ons in de gemeente is een opener avondmaalsbeleid ingevoerd, het is niet meer verplicht (als is het nog wel een voorkeur) om een ‘avondmaalsbriefje’ (getuigenis van eigen kerkenraad) mee te hebben als je als gast van ‘buiten’ komt.
En vanmorgen lazen we aan tafel de brief van Paulus aan Filémon.

Volgens mij heeft dit met elkaar te maken, en wel als volgt:

De brief van Paulus aan Filémon is in feite een aanbevelingsbrief, waarin Onésimus aan Filémon wordt aanbevolen als broeder in Christus. Eigenlijk een voorbeeld van hoe patronage werkt, dus. Paulus fungeert als patroon, Onésimus als cliënt.

Het avondmaalsbriefje heeft eenzelfde functie: aanbeveling van de gast. Een getuigenis dat de gast ook echt als broeder / zuster het recht heeft om aan tafel aan te gaan.

Dat dat briefje nu niet meer verplicht is, heeft volgens mij te maken met de doorwerking van het verlichtingsdenken, waaraan het patronagestelsel uiteindelijk ook is onderdoor gegaan. Resten ervan zijn er nog steeds wel (Linked-In is een uitvinding die toch doet denken aan patronagestelsels, alleen dan minder hiërarchisch). Maar vooral eigen verantwoordelijkheid en geen afhankelijkheid van (en geen voortrekkerij op grond van) het oordeel van anderen, hebben deze mechanismen ondermijnd.

Volgens mij heeft dus de ontwikkeling in het avondmaalsbeleid te maken met een zekere vorm van wereldgelijkvormigheid. Het wordt bijna genant gevonden om iemand te weigeren als hij/zij geen getuigschrift heeft – dat zou niet passen bij de gastvrijheid. Maar aanbeveling in positieve zin wordt zo ook gedevalueerd. Paulus’ aanbevelingsbrief zou dan ook een ‘leuk extraatje’ zijn geweest voor Onésimus. Onésimus had toch ook op eigen gelegenheid kunnen gaan? Daarnaast kénde hij Filémon nog van vroeger.

In de brief maakt Paulus aan Filémon duidelijk dat hij Onésimus moet aanvaarden als bruikbare broeder in Christus, hoewel hij vroeger eerder een blok aan het been was. Filémon moet zijn oordeel dus niet laten rusten op wat hij zélf heeft meegemaakt met Onésimus, maar op wat Paulus over hem schrijft.

Andersom geldt het ook: als iemand ‘van zijn geloof valt’, kan iemand die hem van vroeger kent, toen nóg zo’n goede indruk van hem gehad hebben, maar het gaat om hoe hij nú is.

Kortom: volgens mij is het patronage-achtige aspect van Paulus’ brief nog steeds een geldig argument om een avondmaalsbriefje te vragen van incidentele gasten die het avondmaal mee willen vieren.

4 Reacties

  1. He Grefoline,

    Opzich ben ik het wel met je eens dat het niet goed is om alle verantwoordelijkheid van mensen die boven je zijn gesteld aan de kant te zetten. Maar het systeem van een avondmaalsbriefje heeft ook een aantal nadelen; het is bijvoorbeeld niet mogelijk om vanuit alle andere gemeentes deel te nemen aan het avondmaal. Dit vind ik kwalijk omdat het avondmaal juist ook een eenheidsmaal is. Dat we samen onze Christus gedenken.

    Blijf schrijven, leuk!
    Groetjes Corine

  2. Hallo Grefoline,

    Bij geval 🙂 kwam ik vanmorgen op je site terecht. Ik zocht op ‘Willemien Janssen’ en kreeg een verwijzing naar een blog van jou over haar postmodernismeverhaal. Willemien heeft gisteren in onze gemeente (Bergschenhoek) over dat onderwerp een inleiding gehouden waarna eea is besproken in groepsgesprekken.
    En zo kwam ik ook bij je blog over de avondmaalsbriefjes terecht. Inhoudelijk sterk. Goeie argumenten. Ik ben alleen bang dat de ‘regels en de goede gebruiken’ inmiddels zo zijn uitgehold dat gasten uit zusterkerken steeds minder vaak de moeite zullen nemen om bij hun wijkouderling of scriba een avondmaalsbriefje op te halen… Wat zou je moeilijk doen als je voorafgaande aan de dienst ook even de consisitorie kan binnenlopen… 😦

  3. Volgens mij verlies je hier het praktische aspect van het niet langer verplicht stellen van de avondmaalbrief enigzins uit het oog. Niet elke gast zal zich er bewust van zijn dat het Heilig Avondmaal gevierd zal worden die zondag, maar klinkt ook voor hen niet de roep om aan de tafel te gaan met hun broeders en zusters?
    Natuurlijk, men kan liegen als er gevraagd wordt of zij de belijdenisgeschriften onderschrijven en men kan in de eigen gemeente onder de tucht gesteld zijn, maar moeten we daar ook niet enige eigen verantwoordelijk veronderstellen? Ook een avondmaalbriefje is geen verzekering dat men daadwerkelijk met de juiste instelling deelneemt.

  4. Ik pretendeerde niet het ultieme antwoord te geven op de kwestie of avondmaalsbriefjes verplicht zouden moeten zijn of niet. Wél vond ik het een verrassing om te ontdekken dat de ‘traditie’ van getuigschriften in de vorm van attestaties en avondmaalsbriefjes vrij goed terug te voeren zijn op bijbelse gronden.
    In de praktijk zie ik dat deze ‘oude’ argumenten totaal niet meer functioneren, en dat eigentijdse argumenten de oudere zonder meer overstemmen. Ik kan me in ieder geval niet heugen dat ik in discussies over ‘opener avondmaal’ voorbeelden van patronagebrieven – als Filémon – langs heb zien komen. Dat kan ik niet echt rijmen met het ‘sola scriptura’-uitgangspunt.
    (En eigen verantwoordelijkheid: de bijbel leert ons zowel die eigen verantwoordelijkheid serieus te nemen, maar tegelijk om niet blind te varen op ‘eigen getuigenis’.)
    Natuurlijk ben ik het met je eens dat een avondmaalsbriefje geen garantie van een juiste instelling is. Dat is het punt ook niet.

Plaats een reactie