Lezing ‘nationale muziek’

Maandagavond was er een studium generale lezing, over Nationale muziek, zoals dat werd gepropageerd door Ralph Vaughan Williams. Het was een boeiender lezing dan ik vantevoren had gedacht.

Een paar hoofdpunten uit de lezing, die zijn blijven hangen, waarvan ik denk dat ik er nog wel eens iets aan zal vastknopen:

– Williams vond dat een musicus pas in het buitenland moest gaan ‘shoppen’ als hij volwassen was geworden in het eigen land; dan pas was kruisbestuiving een verrijking.

– Cultureel nationalisme kon volgens hem heel goed samengaan met een streven naar een europese federatie (federal union, al in de jaren-’30!).

– Authenticiteit bij de uitvoering van (oudere) muziekstukken hield volgens hem niet in dat het met antieke instrumenten gespeeld moest worden, evenmin dat de muziek precies zoals het op papier stond gespeeld moest worden. Bach (volgens Williams ‘grootste componist aller tijden’) moest bijvoorbeeld in Engeland in het Engels gezongen worden, waarbij het ritme aangepast moest worden aan de tekstuele klemtonen. Ook zette hij klarinetten in bij de uitvoering, want ‘als Bach die instrumenten had gekend, had hij ze ook ingezet’. Dat is volgens hem pas een ‘authentieke uitvoering’.

Ik broed nog een beetje op parallellen met bijbeluitleg en geloofsleer. Wellicht volgt daar later nog een post over.